Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Constans (jean antoine ernest)

betekenis & definitie

Constans (Jean Antoine Ernest), Fransch staatsman en diplomaat, geb. 1833 te Béziers, advocaat te Toulouse, daarna hoogleeraar in de rechten te Douai, te Dijon en te Toulouse; in 1876 tot afgevaardigde gekozen, voegde hij zich bij de opportunistische groep; in 1877 herkozen, werd hij 28 Dec. 1879 benoemd tot ondersecretaris van staat bij het ministerie van binnenl. zaken (kabinet-Freycinet); 17 Mei 1880 volgde hij Lepère op als hoofd van genoemd departement en behield zijn portefeuille in het kabinet-Jules Ferry (23 Sept. 1880—14 Nov. 1881), in welk tijdsbestek hij de dekreten van 29 Maart tegen de congregatiën ten uitvoer legde; in 1881 en 1885 werd zijn mandaat van afgevaardigde hernieuwd; in 1886 als gevolmachtigdenaar Peking gezonden om het Fransch-Chineesche verdrag te bekrachtigen, werd hij 3 Nov. daarop tot gouverneur-generaal van Indo-China benoemd, een post dien hij tot 14 Sept. 1888 bekleedde; in het kabinet-Tirard was hij weer minister van binnenl. zaken; met groote energie bestreed hij het boulangisme en proclameerde de ontbinding van de Ligue des patriotes; hij behield zijn portefeuille, in het kabinet-Freycinet (17 Maart 1890—27 Febr. 1892); in de Panama-zaak betrokken en door de radikalen op het heftigst bestreden, werd hij in 1897 niettemin tot lid van den Senaat gekozen; in Dec. 1898 ging hij als ambassadeur naar Konstantinopel, dat hij in 1901 bij het uitbreken van de kaden-kwestie tusschen de Porte en Frankrijk verliet; nadat dit geschil in der minne was bijgelegd, keerde hij einde Nov. 1901 weer naar zijn post terug.

< >