Béziers, hoofdpl. van het gelijkn. arr. van het dept. Hérault, Z.-Frankr., niet ver van de Middell. zee, aan de Orb en aan het Canal du Midi; 61.000 inw.; destilleerderijen, brandewijnstokerijen, handel in wijnen, sterke dranken, bieren, vruchten, graan en meel; belangrijke veemarkten. De stad is fraai gelegen aan de helling van een heuvel, aan de spoorlijn Toulouse—Marseille; zij is het Beterrae der Gallische Tectosagen; in 120 v. Chr. werd zij door de Romeinen ingenomen; door de Westgoten in 418, door de Sarracenen in 725, verwoest door Karel Martel in 736, herbouwd door zijn zoon Pepijn; van de 11de tot de 13de eeuw vormde zij een burggraafsch., waartoe ook Albi en Carcassonne behoorden; gedurende dien tijd was zij gedurig in oorlog met haar beide souvereinen, den graaf van Toulouse en den koning van Aragon. Gedurende den Albigenzer kruistocht koos de burggraaf van B. de zijde der Albigenzen, waarop de kruisvaarders B. belegerden en haar vermeesterden; de stad werd verwoest (1209), vele der inwoners gedood; in de 16de en 17de eeuw was B. een Protest, stad; na den opstand van Montmorency werd zij ontmanteld (1633).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
