Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Antoine

betekenis & definitie

Antoine - 1) de Bastaard van Bourgondië, natuurlijke zoon van Philips den Goede en Jeanne de Prasles, geb. 1421, overl. 1504. Hij was een der bekwaamste veldheeren van zijn tijd, nam deel aan de veldtochten van Hertog Karel van Bourgondië tegen de Luikenaars en de Zwitsers, diende vervolgens eerst Lodewijk XI en daarna Karel VIII van Frankrijk en werd voor zijn diensten beloond met het hertogdom Château-Thierry; met zijn broeder Boudewijn hield hij zich eenigen tijd op in de Barbarijsche staten en bevrijdde het door de Mooren belegerde Ceuta. In 1486 verkreeg hij van Karel VIII brieven van wettiging.

2) van Bourbon, Koning van Navarre, zoon van hertog Karel van Bourbon-Vendôme en Françoise d’Alençon, geb. 1518, overl. 1562 te Les Andelys. Hij huwde 1548 Jeanne d’Albret, erfgename van Béarn en van Navarre, en werd bij den dood van den vader zijner gemalin in 1555 Koning van Navarre. Bij den dood van Frans II werd hij lieutenant-général du royaume. Zwak van karakter, veranderlijk en besluiteloos, voegde hij zich beurtelings bij de twee partijen, waarin Frankrijk toenmaals verdeeld was, de Bourbons en de Guises. Hij werd bij het beleg van Rouaan op 15 Oct. 1562 doodelijk gewond en stierf een maand later. Uit zijn huwelijk is de latere Koning Hendrik IV van Frankrijk geboren.
3) André, Fr. tooneeldirecteur en tooneelspeler te Parijs, geb. 1858, van 1887-94 directeur van het door hem opgerichte „Théâtre libre”, van 1897 van het „Théâtre Antoine”, waar inzonderheid stukken van nieuwere Fransche en buitenlandsche schrijvers werden opgevoerd o.a. Blanchette en les Avariés van Brieux, Oiseaux de passage van Descaves en Donnay, l’Honneur van Suderman, les Tisserands van Hauptmann, la Puissance des Ténèbres van Tolstoï, enz. In 1906 werd A. directeur van het Odéon.
4) Jules Dominique, Lotharingsch politicus, geb. 26 Jan. 1845 te Metz, was eerst veearts; na de inlijving van Lotharingen bij Duitschland werd hij de hoofdleider van de oppositie tegen het Duitsche bestuur, lid van den gemeenteraad van Metz, van het provinciaal bestuur, en in Dec. 1882 van den Rijksdag; wegens het verbod om zich daar van de Fransche taal te bedienen woonde hij de zittingen zeer zelden bij. In April 1887 werd hij uit Elzas-Lotharingen verbannen; hij liet zich in Frankrijk naturaliseeren; werd een der leiders der revanche-partij; tegenstander van Boulanger; in 1893 tresorier-generaal.

< >