Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Constans

betekenis & definitie

Constans - 1) Flavius Julius C. = Imp. Constans Aug., jongste der 3 zonen van Constantijn den Gr. en Fausta, geb. ± 323 n. C., werd Caesar in 333, bestuurde Illyricum, Italia en Africa sedert 335, werd na zijns vaders dood Augustus 9 Sept. 337, daarop beoorloogd door zijn broeder Constantijn II in 340, die spoedig bij Aquileia verslagen en gedood werd. C. was nu heer over het geheele Westen, trok 343 naar Britannië, maar werd Jan. 350 op de vlucht voor den tegenkeizer Magnentius in Z. Gallië vermoord. C. was als Christen gedoopt, met weinig zorg opgevoed, door vleiers bedorven en bij het leger geminacht. — 2) C., zoon van den usurpator Constantijn III, eerst monnik, in 408 Caesar, veroverde Spanje, werd in 410 Augustus, maar toen door Gerontius overwonnen en te Vienna vermoord.

< >