Behar of bihar - 1) prov. in het N. O. van Ben galen*, Engelsch-Indië, 115.000 K.M.2met2ö.000.000 inw. B. wordt doorstroomd door den Ganges en heeft een uitgebreid kanalenstelsel. Belangrijke spoorweg van Benares naar Calcutta, waaraan de voornaamste plaats Patna, na Calcutta de volk rijkste stad van Bengalen, 136.000 inw. Overige groote steden: Bankipoer, Gaya en Bhagalpoer. Voor 75 % bestaat de bevolk, uit Hindoes.
Men verbouwt vooral opium en indigo. B. was het uit gangspunt van het Boeddhisme in de 6de eeuw v. C., dat vandaar werd uitgebreid over Ceylon, Tibet, China, enz. In 1765 werd de prov. afgestaan aan de Eng. O.-Ind. Compagnie.
2) Hoofdst. van de gelijkn. divisie in het distr. Patna; 45.000 inw.; belangr. handel in rijst, graan, tabak en katoen; fabrieken van zijde en mousseline. De stad geldt als hoofdst. van het oude rijk van Magadha (4e eeuw v. C.—5e eeuw n. C.).