Amorim (Francisco Gomes de), Portug. dichter en schrijver, 1827—1892; hij had in zijn jeugd met groote armoede en allerlei wederwaardigheden te kampen, vertrok naar Brazilië, doch keerde in 1848, aangespoord door zijn leermeester Almeida Garrett, naar zijn vaderland terug. Hij, werd een der eerste dichters en schrijvers van de romantische school. Grootsch zijn A.’s beschrijvingen van het oerwoud, meesleepend zijn vrijheidszangen, vaak droefgeestig zijn lyrische gedichten. Zijn twaalf drama’s, waarvan Rassenhaat, tafereelen uit het slavenleven, een der meest bekende is, staan ver boven de werken van zijn tijdgenooten.
A. is ook een romanschrijver van beteekenis. Zijn Vaderlandsliefde (1879) behandelt het tijdvak der Fransche overheersching. Maar A.’s meest geroemd werk is een uitvoerige levensbeschrijving van zijn geliefden leermeester: Garrett, Memorias liographicas (Lissabon, 1881—’88, 3 dl.), waarin tevens Portugals politieke en letterkundige geschiedenis, van 1799 tot 1854, behandeld wordt.
