[Gr., wending], v./m. (-n),
1. een bepaald geheel van versregels, op zich een geheel vormend (e);
2. couplet.(e) In de poëzie is een strofe gewoonlijk niet alleen een gedachteneenheid, maar ook een ritmische eenheid, veelal versterkt door het rijm. Er komt vaak een regelmaat voor zowel in strofelengte als in strofebouw. In de moderne poëzie ontbreken vaak de gelijke strofen. Enkele van de meest voorkomende strofen zijn:
1. het distichon, een tweeregelig couplet, oorspronkelijk bestaande uit een hexameter en een pentameter;
2. de terzine, een drieregelige strofe met het rijmschema aba bcb cdc enz.;
3. het kwatrijn, dat als vierregelige strofe diverse rijmschema’s kan vertonen; ook wel als zelfstandig gedicht geschreven;
4. de stanza, een octaafstrofe, van oorspronkelijk elf lettergrepen, later vervangen door vijf jamben, met het rijmschema ab ab ab cc. →metriek.