Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-12-2018

ademtocht

betekenis & definitie

ademtocht m:

1. een enkele ademhaling; de eerste -, de eerste ademhaling, het begin van het leven; tot aan de laatste —, tot de dood, de laatste snik;
2. de lucht die men in- en uitademt;
3. (dicht.) het ademen als levensbeginsel;
4. (fig.) de adem van de wind die als persoon gedacht met zijn geblaas de luchtstroom in beweging brengt: op de — der winden;
5. de uitgaande adem, aan hogere of denkbeeldige wezens toegeschreven, beschouwd als het voertuig en het zinnebeeld van kracht die van hen uitgaat, bezielende kracht.

ademwortel ademwortel m. (-s), wortel die uit de modder opstijgt en zuurstof aanvoert voor plantdelen. Men treft ze vooral aan op moerassige of vaak overstroomde plekken, b.v. in tropische vloedbossen of mangroven, slikken langs de tropische zeekusten.

De ademwortels groeien vaak omhoog i.p.v. omlaag, zoals normale wortels en blijven bovengronds. Deze ‘pneumatoforen’ hebben soms grote openingen, de zgn. pneumathoden (grote lenticellen) en dit draagt waarschijnlijk veel bij tot de gaswisseling in de delen der bomen die door (luchtarm!) slib overdekt zijn. Voorbeelden: zie Avicennia, Rhizophora, Taxodium.

< >