[<Eng. vintage, jaargang], o., (ook: jaargangenbenadering), een benadering in de economische groeitheorie, waarbij rekening wordt gehouden met het niet-homogene karakter van de kapitaalgoederen.
© De benaming komt van de diverse ‘vintages’ kapitaalgoederen: dezelfde machines kunnen kwalitatief verschillen omdat ze niet tijdens hetzelfde jaar werden aangekocht. Uitgaande van vaste technische coëfficiënten heeft het begrip ‘vintage’ betrekking op kapitaalgoederen, b.v. machines, die een bepaalde stand van de techniek vertegenwoordigen. Als gevolg van technische ontwikkeling veranderen deze coëfficiënten. Kapitaal en arbeid worden wel weer in een vaste verhouding gecombineerd, maar de verhouding is aangepast bij de nieuwe stand van de techniek. De jongste jaargang bezit de hoogste produktiviteit. De jaargangen worden afgestoten, als afgeschreven beschouwd, als ze de variabele kosten niet meer kunnen opbrengen. Men onderscheidt alnaargelang er vervangingsmogelijkheden tussen de produktiefactoren ex ante of ook ex post bestaan tussen:
1. jaargangenmodellen van hetputty-clay-type (putty, kneedbaar, vervormbaar; clay, klei, vast, hard), waarin bij de installatie van nieuwe machines een keuze ten aanzien van de toe te passen techniek (kapitaal-arbeidverhouding) kan worden gemaakt, welke keuze achteraf niet meer teniet kan worden gedaan;
2. jaargangenmodellen van het putty-putty-type, waarin ook na de installatie van de machines de kapitaal-arbeidverhouding variabel is;
3. clay-clay-modellen, waarbij de kapitaalcoëfficiënt voor alle jaargangen en derhalve ook voor de gehele kapitaalgoederenvoorraad gelijk en constant is.
Litt. W.M.van den Goorbergh, R.J.de Groof en H.W.G.M.Peer, Hoofdlijnen van de moderne groeitheorie (1979).