Gepubliceerd op 17-01-2021

Satumus

betekenis & definitie

de zesde planeet vanaf de zon. Door de vlucht van de Amerikaanse ruimtesonde Voyager 1, die in nov. 1980 Saturnus tot op ca. 124000 km naderde, is de kennis omtrent Saturnus, zijn ringensysteem en zijn manen sterk toegenomen.

Het oppervlak van Saturnus vertoont, net als Jupiter, een stelsel donkere en lichte banden evenwijdig aan de evenaar, maar verder zijn er veel minder details te zien, waarschijnlijk doordat de wolken dieper in de atmosfeer liggen. Wel zijn er net als op Jupiter witte vlekken en een rode vlek gezien (maar minder groot dan op Jupiter).

Veel spectaculairder waren de waarnemingen van de ringen van Saturnus. Er blijkt geen sprake te zijn van zes ringen die gescheiden worden door enkele ‘gaten’ (zoals Cassini’s scheiding), maar het ringensysteem bestaat in feite uit honderden smalle ringen die onderling gescheiden zijn door lege gebieden. Opvallend zijn ook de donkere ‘spaken’ in de zgn. B-ring. Deze donkere, radiaal gerichte gebieden zijn geen gaten in de ring, Saturnus is er nl. niet doorheen te zien, maar zijn mogelijk donkerder dan hun omgeving doordat de deeltjes waaruit de ring is opgebouwd zich ter plaatse anders richten (mogelijk ten gevolge van een magnetisch veld), waardoor de albedo daar een andere waarde krijgt. Zeer opvallend is ook de structuur van de F-ring.

Deze lijkt te bestaan uit twee of drie ringen die om elkaar zijn gevlochten. De F-ring is ook niet overal even breed. De ringen zijn niet allemaal concentrisch, hier en daar komen tussen concentrische, cirkelvormige ringen ook elliptische ringen voor.

Op de Voyager-foto’s zijn enige nieuwe manen van Saturnus ontdekt, het betreft hier rotsblokken met diameters van enkele honderden kilometers. Het aantal bekende manen van Saturnus is daarmee op 16 gekomen.

De Voyager 1 passeerde de grootste Satumusmaan Titan op een afstand van ca. 4500 km. Hierbij bleek dat de diameter van Titan slechts ca. 4820 km is en niet 5800 km zoals men voorheen dacht. De atmosfeer van Titan bestaat ook niet uit methaan, maar voornamelijk uit stikstof met slechts een spoortje methaan. Het oppervlak van Titan is niet te zien door een dikke wolkensluier.

De andere grote manen van Saturnus zijn dicht overdekt met kraters. Opvallend is de grote inslagkrater op Mimas, die een doorsnede heeft van ca. 130 km, d.i. een kwart van de diameter van Mimas. De Saturnusmanen hebben relatieve dichtheden van ca. 1,2 en zij bestaan waarschijnlijk grotendeels uit ijs. Afb.p.540.

< >