bn., (genetica) mutaties veroorzakend.
© Mutagene effecten werden voor het eerst waargenomen in 1927 ten gevolge van straling. Dat ook chemische stoffen mutageen kunnen zijn, ontdekte men in 1942 voor het eerst bij mosterdgas. Men onderscheidt verschillende soorten mutaties, zoals puntmutaties, waarbij de basenvolgorde in het DN A wordt veranderd, chromosoomafwijkingen, vaak door chromosoombreuk ontstaan, en non-disjunctie, wat zich voordoet als bij reductiedeling een chromosoom zich niet deelt, zodat zich geslachtscellen met te weinig of teveel chromosomen vormen. De meeste kankerverwekkende stoffen blijken in een of ander testsysteem ook mutageen te zijn. Omgekeerd gaat dat niet op. Belangrijke mutagene stoffen zijn: vinylchloride, methylkwik, DDVP (dichloorvos, werkzame stof in Vapona-strips), lood, aflatoxine, thalidomide (softenon).
