Gepubliceerd op 05-06-2021

Atletiek

betekenis & definitie

[<Gr. athletikos, <athlos, wedstrijd], v., sport die berust op de grondvormen van het menselijk bewegen, nl. lopen, springen en werpen.

© De atletiek nam tijdens de jaren zeventig een hoge vlucht met de groei en de uitbreiding van de vrouwenatletiek, de doorbraak van de indoororganisaties en -kampioenschappen, de organisatie van de wereldkampioenschappen, alsmede de bloei van de grote internationale ontmoetingen. Naast verbeterde kunststofbanen, aangepast materieel en uitrusting hebben nieuwe trainingsmethoden (b.v. krachttraining) en een optimale medische begeleiding de prestaties gunstig beïnvloed. Aan de hand van de tabel kan men concluderen, dat in de herenatletiek de grote doorbraak plaatsvond in de jaren zestig; met als uitschieter de Olympische Spelen in het hoog gelegen Mexico-Stad, waar in 1968 bijna alle wereldrecords sneuvelden. Bij de dames kwam de doorbraak pas in de jaren zeventig en op de langere loopnummers pas in het begin van de jaren tachtig. Voor vrouwen werden enkele nieuwe nummers ingevoerd, nl. de zevenkamp, die de vijfkamp heeft verdrongen, de 400 m horden en de marathon.

Naast de klassieke wedstrijdatletiek heben zich vooral de marathon en de stratenloop qua aantal evenementen uitgebreid. Er verschijnen vaak duizenden deelnemers, zowel mannen als vrouwen, aan de start.

In België is de Koninklijke Belg. Atletiekbond sinds het decreet van 1977 gesplitst in een Nederlandstalige vleugel, de Vlaamse Atletiekliga (VAL), en in een Franstalige, de Ligue Beige Francophone d’Athlétisme (LBFA).

Ontwikkeling van de atletiekprestaties na de Tweede Wereldoorlog, toegelicht aan de hand van de wereldrecords op de standaardnummers

< >