(Grieks). Dit is een term die veelvuldig door Plato werd gebruikt voor wat in de moderne theosofische literatuur gewoonlijk de hogere manas wordt genoemd, of het hogere verstand of de geestelijke ziel, de verbinding en eigenschappen van buddhi-manas in de mens, overschaduwd door ātman.
Er moet een heel scherp onderscheid worden gemaakt tussen Nous aan de ene kant en de dierlijke ziel of psyche en de werkingen daarvan aan de andere, en de twee moeten niet worden verward. In het Occultisme is het kosmische Nous de derde Logos en in het geval van de constitutie van de mens zelf, of in de menselijke pneumatologie, is het Nous buddhi-manas of de hogere manas of de geestelijke monade.