(Sanskriet). De wortel van Ātman is nauwelijks bekend; de oorsprong ervan is onzeker, maar de algemene betekenis is die van zelf.
Het hoogste deel van de mens — het Zelf; zuiver bewustzijn per se. De wezenlijke en fundamentele kracht of het vermogen in de mens dat hem, en in feite ieder ander wezen of ding, het besef of bewustzijn geeft een Zelf te zijn. Het is niet de ego.Dit beginsel (Ātman) is universeel; maar tijdens de incarnatie nemen de lagere delen ervan eigenschappen aan, omdat het verbonden is met buddhi, zoals buddhi is verbonden met manas, zoals manas is verbonden met kāma, en zo verder omlaag langs de schaal.
Ātman wordt soms ook voor het universele Zelf of de universele Geest gebruikt, waaraan in Sanskrietgeschriften de naam Brahman (onzijdig) wordt gegeven, en Brahman of de universele Geest wordt ook Paramātman genoemd.
De mens is door drie beginselen in de hem omringende kosmos geworteld, waarvan moeilijk kan worden gezegd dat ze boven het eerste of Ātman staan, maar die eigenlijk de hoogste en meest verheven delen van datzelfde Ātman zijn.
De meest innerlijke schakel met het Onuitsprekelijke werd in het oude India met de term ZELF aangeduid, die vaak verkeerd is vertaald met “Ziel”. Het Sanskrietwoord is Ātman, en slaat in de psychologie op de menselijke entiteit. Het boveneinde van de schakel, bij wijze van spreken, werd Paramātman genoemd, of “Boven-Zelf”, d.w.z. het permanente ZELF — woorden, die voor hen die deze prachtige filosofie hebben bestudeerd, op korte en bondige wijze iets beschrijven van de aard en de essentie van het wezen dat de mens is en van de bron waaruit hij in de beginloze en eindloze Duur is voortgesproten. Als kind van hemel en aarde liggen beide in hem besloten.
We zeggen dat het Ātman universeel is en dat is ook zo. Het is het universele Zelf, dat gevoel of bewustzijn van het zelf dat in alle menselijke wezens en zelfs in alle lagere wezens van de hiërarchie, ja zelfs in die van het dierenrijk beneden ons, hetzelfde is, dat vaag waarneembaar is in de plantenwereld en dat zelfs in de mineralen latent aanwezig is. Het is het zuivere kennen, de abstracte idee van het ZELF. Het vertoont in de gehele hiërarchie geen verschillen, behalve in graad van zelfbesef. Hoewel het universeel is, behoort het (voor zover het ons in ons huidige evolutiestadium betreft) tot het vierde kosmische gebied, al is het ons zevende beginsel van onderaf geteld.