VERMOLANUS (Henricus), naar zijne geboorteplaats ookGravius envan die Grave genoemd, dominicaan, overl. in 1552. Omstreeks 1500 trad hij te Nijmegen in het klooster en legde zich bijzonder toe op de studie der Kerkvaders en de daarvoor vereischte talen: hetGrieksch en het Hebreeuwsch. Hij bezorgde verbeterde uitgaven der werken van Cyprianus, Joannes Damascenus, Petrus Nolanus en de brieven van Hieronymus; voorzag de werken van paus Clemens, Didymus en Eucherius van ophelderende aanteekeningen. Uit de bijgevoegde verklaringen blijkt ontegenzeggelijk, dat hij aan de traditioneele leer der roomsche Kerk trouw bleef en alle afwijkende meeningen der hervormingsgezinden verfoeide. Omstreeks 1548 werd hij tot prior te Nijmegen gekozen.
Uitgaven van p. Henricus Gravius: S. Cypriani episcopietmartyris Opera cum brevibus annotationibus suis ad Erasminianas additis (Col. 1544); Sancti patris Johannis Damasceni Opera, summo Henrici Gravii studio partim ex tenebris etsitu eruta, partim cum Graecis exemplaribus mature collata (Col. 1546); Divi Paulini Episcopi Nolani quotquot extant Opera omnia, etc. (Col. 1560); Scholia et annotationes
in centum duas priores S. Hieronymi epistolas (Paris 1609).
Zie: G.A. Meijer, DominicanerKlooster en statie te Nijmegen (Nijmegen 1892) 65.
G.A. Meijer
