NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Suidbertus

betekenis & definitie

SUIDBERTUS, geb. in Engeland, monnik en priester in het klooster Rathmelsigi in Ierland, werd door zijn abt, den heiligen Egbertus, in 690 met den heiligen Willibrord en diens gezellen ter evangelisatie gezonden naar Friesland. Tijdens de eerste reis van Willibrord naar Rome werd Suidbertus door zijn gezellen naar den heiligen Wilfried gezonden, destijds in ballingschap in Mercië, om uit diens handen de bisschoppelijke consecratie te ontvangen (Aug. 693). Kort na zijn terugkeer in Friesland begaf hij zich naar de Bructuaren in het land van Berg aan de Lippe om hun het evangelie te verkondigen; hij bewerkte er vele bekeeringen, doch zijn opkomende gemeente werd verwoest door de Saksers, en hij zelf gedwongen naar Pepijn te vluchten, die op het verzoek van zijne vrouw Plectrudis, aan den evangelie-bedienaar een eiland schonk in den Rijn (Kaiserswerth) waar deze een klooster stichtte, hetgeen de plaats van zijn dood werd (1 Maart 713). De eenige inlichtingen over den heiligen Suidbertus, die geloof verdienen, worden bij Beda

gevonden. Op dezen steunt Radboud; doch wat Marchelmus aangaat, den zoogenaamden gezel van Willibrord

en auteur van een leven van den heiligen Suidbertus, hij is een falsaris uit de 14de eeuw. De Batavia sacra verwart onzen heilige met den heiligen Suidbertus, bisschop van Werden en ongeveer 40 jaar jonger. Joannes Gelenius, vicaris-generaal van Keulen, erkende in 1626 te Kaiserswerth de overblijfselen van Suidbertus; op hun aanraking werd een koortslijder genezen.

Zie: Acta SS. 1 Mrt. 67-85; Ghesquiere; Acta SS. BelgiiVI, 148-192; Batavia Sacra, 1,42-43; Patr. Lat. XCV, 245-247; CXXXII, 547-557; Bouterwek, Suidbert, derApostel des Bergischen Landes (Elberfeld 1859); Binterim, Excurs über die Geschichte d.h. Suidbertus. Denkwürdigkeiten V; Diekamp, die Falschung der Vita S. Suidberti in Hist. Jahrbuch 1881; Analecta Boll. VI (1887) 73-76; Pauls, Zur Geschichte der Suidbertus- und Willeicus-Reliquien in Kaiserswerth in Annalen des Hist. Vereins fürden Niederrhein Heft LXIII, (Köln 1896), 54; Kronenburg, Neerlands Heiligen II, 125-129.

Graux

< >