NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Kievit, theodorus

betekenis & definitie

KIEVIT (Theodorus), geb. te Rotterdam 25 Dec. 1597, Jez. 11 Oct. 1618, priester 11 April 1625, gest. te Antwerpen 7 Sept. 1652. Zijn vader, Pieter Kievit, was brouwer en had veel bijgedragen tot de oprichting eener Jezuïetenstatie in de Leeuwenstraat, een andere Kievit, advocaat van beroep, broeder van den Jezuïet, was een groot vriend der Jezuïeten en schreef een veelgelezen uiteenzetting van den katholieken godsdienst CatholyckMemoryboeckgeheeten, (waarover in Deel I, kol. 1250), welk werk eertijds aan Theo K. werd toegeschreven. Pogingen om K. in zijn vaderstad te plaatsen stieten af op de weigering van mgr. Rovenius, zoodat K. in 1628 naar Doesburg vertrok en er een Jezuïetenstatie oprichtte, die tot 1720 bestaan heeft. In 1642 werd hij aldaar gevangen genomen en na veertien dagen tegen hoogen losprijs ontslagen en verbannen. Aanvankelijk kwam hij nog tersluiks naar Doesburg, maar vertrok in 1643 naar Alkmaar, waar hij tot 1650 bleef en geroemd werd als een vriendelijk en geleerd man.

Zie: A.H.L. Hens en, Het R.-Katholieke Rotterdam in Rotterdam in den loop der eeuwen (Rotterdam 1906) 76; ArchiefBisd. Utrecht III, 104; VI, 229; Bijdr. Bisd. Haarlem XXII, 402; C.Sommervogel, Bibliothèque dl Comp. de Jésus (Bruxelles 1890) IV, 1037.

Derks

< >