KIJFHOEK (Floris van) (1), geb. omstr. 1380, overl. 1449, zoon van Zeger, die volgt, en van Elisabeth van Rossum.
Hij krijgt 31 Mei 1398 kwijtschelding wegens mishandeling van eenen Arent van de Brugge, wordt 3 Maart 1399 door Albrecht gemachtigd een gewaarden rechter aan te stellen in zijn ambachten in Zwijndrecht, die hij van zijn vader Zeger Florisz geërfd had, met wiens nagelaten goederen hij 11 Nov. 1400 verlijd wordt (van M ieris, III, 319, 447).