NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Gherwen, jonas van

betekenis & definitie

GHERWEN (Jonas van), of Gerwen, in de 17e eeuw geneesheer te Haarlem en lid der rederijkerskamer de ‘Wijngaertrancken’ aldaar, wiens antwoord op de vraag van die kamer: ‘Watghelijckstvan naem en onghelijckst van krachten is’, van 2 Aug. 1612 opgenomen werd in de Responsiones diversae (Haerlem 1613). Toen zijn refereyn niet den eersten prijs had verworven, scheen hij zich daar blijkbaar niet mee te kunnen vergenoegen maar schreef eenige strijd-verzen ter eigen verdediging, die door den factor Adam van der Hagen bij de Responsiones gevoegd werden. Voor het refereinfeest van ‘Liefd' boven al’ in 1613 uitgeschreven, maakte hij het welkomst-spel (DerReden-rijcken Springh-ader, Haerlem 1614) en op de bekende door de ‘Amsterdamsche Academi aen alle Poëten en Dichters’ gerichte vraag, diende hij een ‘Onpartjdich Antwoort’ in, dat een absoluut gebrek aan dichterlijke gave verraadt. Ook op refereinfeesten buitenaf verschijnt hij, zoo te Zandvoort, waar hij het Antwoordt der Pellicanisten op de Santvoortsche Vraegh (uitgeg. te Haarlem, 1616) dichtte, en te Amsterdam, waar hij ‘int particulier’ meedong op het feest van 't Wit Lavendel (Antwoort op de Vraghe uytghegheven by de Brabandsche Camer 't WitLavendel, Amst. 1613).

In de pestjaren 1635 en 1636 trad hij te Leiden als 'n soort boetprediker op. Achter Jan Andries' Gouden Trompet, blasende Alarm, Alarm ten oordeel plaatste hij Leydens Sueren Soet, een op de wijs van den 100sten psalm berijmde pest-kroniek en een, tot bekeering opwekkende, Toegift. Afzonderlijk verspreidde hij met hetzelfde doel: Moedt-gevinge, ofte Ernstige overdenckinghe voorde Vluchtende ende alle die meer voorde Peste als de Sonde vreesen ... (Leyden, 1636.) Eenige politieke geschriftjes dienen van hem vermeld, evenals het voorgaande met zijn naam en spreuk: ‘Houdt dat goet is’ onderteekend: Geluck wenschingh over den eeuwigen Vrede... (Leyden, 1648); CronijckxVerhael, over de Honderdt Jaerighe Eeuwe, van 1566 totde Engelsche vrede, Anno 1667 (Haerlem, 1667) en ten slotte nog: Troost-liedtop de BruydtChristi, gevoegd bij: Claghe ende Troost, over de doot van ... Joh. Bogaert... DienaerJ. Chr. binnen Haerlem (Haerl. 1615) en: Drye loff-sangen over 'tgeloove, hoope ende liefde, midtsgaders een Spiegel, waerin... kan ghesien worden, wie Godt... uytverkooren heeft (Leyden 1646).

Muller's portretcatalogus heeft een onuitgegeven gegraveerd portret in fol. van hem, gedateerd 1650.

Zie: Catalogus Pamfletten van Is. Meulman, bew. d.J.K. van der Wulpp no. 4429; Knuttel, Pamflet Cat. nos. 2219, 4458, 5751; H.C. Rogge, Bibliotheek derContra-Remonstr. Gereform. Geschriften, II, 249.

Ruys

< >