NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Gheyloven, arnold

betekenis & definitie

GHEYLOVEN (Arnold), ookGeyloven enGeylhoven, geb. te Rotterdam, overl. in het klooster Groenendaal bij Brussel 31 Aug. 1442. Naar zijn geboorteplaats noemthjzichzelf:Arnoldus Theoderici de Hollandia de Rotterdam. Volgens de opgaven in zijn eigen werken studeerde hij aan de hoogescholen van Bologna, Padua en Weenen. Aan die opsomming voegt hij echter nog iets toe: ‘multis annorum curriculis in diversis studiis tam Bononie Padue Wieneque ac aliis locis.’ Welke die andere plaatsen waren blijkt niet. Wellicht is Heidelberg bedoeld. Men vindt althans, wat op hem wijzen kan, in de matrikel dier universiteit op het jaar 1414 vermeld een Arnoldus de Rotterdam, die in 1416 baccalaureus en in 1418 licenciatus artium werd. In Italië wijdde hij zich aan de rechtsstudie, te Bologna onder CasparCalderini, te Padua onder Zabarella. Aan laatstgenoemde hoogeschool verkreeg hij den graad van doctor decretorum. Op zijn studiereizen verzamelde hij zich een boekenschat, waarmede hij de kloosterbibliotheek te Groenendaal verrijkte. Wannéér hij in dit beroemde regulierenconvent, deel der windesheimsche congregatie, getreden is, is onbekend. In ieder geval was hij er in 1424 en op 14 Oct. 1429. Op dien dag voltooide hij zijn hieronder genoemd Remissorium, waarin hij schreef: ‘nunc professus in monasterio viridis vallis.’ In 1424 voltooide hij er het eerste deel van een compilatie ‘ex diversis libris et diversis historiographis’ (Parijs, Biblioth. Mazarine 1563), waarvan het tweede deel in de Biblioth. Royale te Brussel is.

Moll roemt Gheyloven als zeer geleerd humanist en groot kenner der klassieken. Dit oordeel is gegrond op de door hem samengestelde juridische en philosophische geschriften. Op zijn werkzaamheid als auteur wijst de volgende aanteekening in het necrologium van Groenendaal: ‘Anno Dom. 1442 obiit Fr. Arnoldus Gheyloven de Rotterdam, Doctor in jure canonico, qui mirifice scribendo et compilando speculum de jure canonico et civili diversisque multimodis materiis pro utilitate monasterii multa volumina confecit, hic etiam libris, quos secum apportavit huc atque quos postmodum apud nos conscripsit librariam nostram decenter ornavit’. Slechts één is in druk verschenen onder den titel: Gnotosolitos sive speculum conscientiae (Brux. 1476). Een exemplaar daarvan bevindt zich o.a. op de Koninklijke bibliotheek in den Haag (J.G. Holtrop, Catalogus Librorum saec. X Vimpressorum (H.C. 1856)

I no. 238) en te Brussel. Hain, Repertorium Bibliographicum no. 7514-5 noemt een tweede uitgave van het jaar 1490. Het eerste deel (‘De legibus et statutis; De peccatis mortalibus’) is voltooid in 1413, het tweede in 1424. - Van zijn handschriftelijke werken is het meest beroemd en het meest verspreid een Remissorium juris utriusque (2 dln., voltooid 14 Oct. 1429), een algemeen rechtsgeleerd handboek, speciaal kerkrechtelijk. Exemplaren daarvan o.a. in de univ. bibliotheek te Utrecht, de univ. bibliotheek te Luik, de bibliotheca Vaticana te Rome, en een rijk versierd hs. te Weenen. Het wordt genoemd door Nicolaus Everardi in diens Topica (Lov. 1516). De univ. bibliotheek te Utrecht bezit een hs.: Tractatus de contractibus usurariis sive Foeneratorium, met bijbehoorende: Prologus et tabula Foeneratorii. Verdere werken zijn: Somnium doctrinale en Speculum philosophorum.

Zie: Rivier, Dr. Arnold Gheyloven in Zeitschrift für Rechtsgeschichte XI (1873) 454-468; Tiele, Catalogus Cod. M.S. Bibl. Ultr. I no. 609-612; J.A.F. Orbaa n, Bescheiden in Italië (R.G. Publ. kl. serie no. 10) 13-14; P.J. Blok, Verslag aang. een onderzoek in Duitschland en Oostenrijk ('s Grav. 1889) 55; G. Toepke, Matrikel der Univ. Heidelberg I, 123; II, 372; J.C. van Slee, De Kloostervereen. van Windesheim (Leiden 1874) 45, 212, 316, 319; W. Moll, Kerkgesch. v. Nederland II: 2, register; A. Hulshof, Verslag onderzoek te Parijs (Aanteekeningen Prov. Utr. Gen. 1912) 74.

van Kuyk

< >