NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Droeze, frederik jan haver (1)

betekenis & definitie

DROEZE (Frederik Jan Haver) (1), geboren te Dordrecht 7 Juni 1779 en overleden aldaar 16 Mei 1850. Na te Leiden het onderwijs in de anatomie en heelkunde bij Sandifort, Dupui en Oosterdijk te hebben genoten, vestigde hij zich aldaar als heelmeester in 1799; hij studeerde daarna nog te Parijs onder Dupuytren en vestigde zich toen als heelmeester in zijn geboortestad, alwaar hij tevens lector in de ontleeden heelkunde aan de klinische school, chirurgijn-majoor bij de schutterij en lid van de geneeskundige commissie was. Hij bedankte voor een professoraat te Franeker en later voor een leerstoel aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam. Hij gaf in 't licht: Verhandeling overbreuksnijding en daartoe uitgedachte werktuigen (1802); Waarneming van een verrichte steensnijding naar Langenbeck (1813) en Verhandeling over kanker (1822). Hij was lid van verschillende geleerde genootschappen.

Familiebericht.

Veder

< >