vijand - zelfstandig naamwoord
uitspraak: vij-and
1. waar je land tegen vecht
♢ in de oorlog waren de Duitsers onze vijand
2. wie je haat
♢ ik beschouw hem als mijn vijand
1. gezworen vijanden
[die elkaar heel erg haten]
2. dat wens je je ergste vijand nog niet toe
[het is heel erg als je dat overkomt]
Zelfstandig naamwoord: vij-and
de vijand
de vijanden
Tegenstellingen
gabber, kameraad, maat, makker, vriend
Gepubliceerd op 14-11-2017
vijand
betekenis & definitie