verblijf - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ver-blijf
1. het ergens zijn
♢ ons verblijf in Amerika was geen succes
2. plaats waar je bent
♢ in het dagverblijf mag je roken
Zelfstandig naamwoord: ver-blijf
het verblijf
de verblijven
het verblijfje
Synoniemen
intrek
Gepubliceerd op 14-11-2017
verblijf
betekenis & definitie