singel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: sin-gel
1. gracht om een stad
♢ ze wonen aan een singel
2. draagband onder de zitting van een stoel
♢ de singels van deze stoel zijn stuk
Zelfstandig naamwoord: sin-gel
de singel
de singels
het singeltje
Gepubliceerd op 14-11-2017
singel
betekenis & definitie