schuilen - regelmatig werkwoord
uitspraak: schui-len
1. je verstoppen voor de regen
♢ we moesten schuilen toen het begon te regenen
2. verborgen zijn
♢ de zon schuilt achter de wolken
Regelmatig werkwoord: schui-len
ik schuil
jij/u schuilt
hij/zij schuilt
wij/zij/jullie schuilen
ik/jij/u/hij/zij schuilde
wij/zij/jullie schuilden
hij heeft geschuild
de/het/een geschuilde ....
schuilend, schuilende
Gepubliceerd op 14-11-2017
schuilen
betekenis & definitie