schenden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: schen-den
1. kapot maken
♢ zij hebben de graven op het kerkhof geschonden
2. (een beetje) kapot maken
♢ zijn goede naam is geschonden
Onregelmatig werkwoord: schen-den
ik schend
jij/u schendt
hij/zij schendt
wij/zij/jullie schenden
ik/jij/u/hij/zij schond
wij/zij/jullie schonden
hij heeft geschonden
de/het/een geschonden ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
schenden
betekenis & definitie