opluisteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-luis-te-ren
1. ergens extra glans en feestelijkheid aan geven
♢ het feest werd opgeluisterd met live muziek
Regelmatig werkwoord: op-luis-te-ren
ik luister op (... ik opluister)
jij/u luistert op (... jij opluistert)
hij/zij luistert op (... hij opluistert)
wij/zij/jullie luisteren op (... wij opluisteren)
ik/jij/u/hij/zij luisterde op (... ik opluisterde)
wij/zij/jullie luisterden op (... wij opluisterden)
hij heeft opgeluisterd
opluisterend, opluisterende
Gepubliceerd op 14-11-2017
opluisteren
betekenis & definitie