feest - zelfstandig naamwoord
1. plechtige of vrolijke viering van iets
♢ Sinterklaas vind ik een gezellig feest
2. bijeenkomst van mensen die iets vieren
♢ Arie en Marie hebben een feest georganiseerd
1. een feestje bouwen
[een feest organiseren]
2. dat feest gaat niet door
[daar komt niets van in]
Zelfstandig naamwoord: feest
het feest
de feesten
het feestje
Synoniemen
fuif, partij, party
Gepubliceerd op 14-11-2017
feest
betekenis & definitie