opdrogen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-dro-gen
1. droog worden
♢ de straten drogen al op
2. door en door droog worden
♢ de inkt in deze pen is opgedroogd
3. droog komen te liggen
♢ delen van de rivier drogen op bij eb
4. niets meer opleveren
♢ zijn creativiteit is drooggevallen
1. de subsidie is drooggevallen
[er komt geen subsidie meer]
Regelmatig werkwoord: op-dro-gen
ik droog op (... ik opdroog)
jij/u droogt op (... jij opdroogt)
hij/zij droogt op (... hij opdroogt)
wij/zij/jullie drogen op (... wij opdrogen)
ik/jij/u/hij/zij droogde op (... ik opdroogde)
wij/zij/jullie droogden op (... wij opdroogden)
hij is opgedroogd
de/het/een opgedroogde ....
opdrogend, opdrogende
Synoniemen
droogvallen
Gepubliceerd op 14-11-2017
opdrogen
betekenis & definitie