onvrij - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: on-vrij
1. aan anderen onderworpen
♢ de slaven in Zuid-Amerika waren onvrij
2. waar je niet in volle vrijheid genieten kunt
♢ zo'n tuin met rondom allemaal buren, is erg onvrij
Bijvoeglijk naamwoord: on-vrij
... is onvrijer dan ...
het onvrijst
de/het onvrije ...
Tegenstellingen
absoluut, onbelemmerd, onbeperkt, onvoorwaardelijk, ruim, vrij
Gepubliceerd op 14-11-2017
onvrij
betekenis & definitie