onvrede - zelfstandig naamwoord
uitspraak: on-vre-de
1. toestand van kwaad zijn op elkaar
♢ zij leven in onvrede met elkaar
2. toestand waarin je meer verlangt dan wat er is
♢ uit onvrede met de politiek, ging hij niet stemmen
Zelfstandig naamwoord: on-vre-de
de onvrede
Synoniemen
bonje, conflict, geschil, heibel, meningsverschil, onenigheid, ongenoegen, ontevredenheid, ruzie, stront, twist, verdeeldheid, wrijving
Tegenstellingen
bevrediging, genoegen, harmonie, tevredenheid, voldoening
Gepubliceerd op 14-11-2017
onvrede
betekenis & definitie