Onvrede
m., twist, onenigheid: in onvrede leven: de vrede woonde in huis en de onvree stond er buiten.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., twist, onenigheid: in onvrede leven: de vrede woonde in huis en de onvree stond er buiten.
Wiktionary (2019)
onvrede - Zelfstandignaamwoord 1. het gevoel ergens niet blij me te zijn en er iets aan willen doen ♢ Hij heeft onvrede met de behaalde studieresultaten. Woordherkomst Afgeleid van vrede met het voorvoegsel on-
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
onvrede - zelfstandig naamwoord uitspraak: on-vre-de 1. toestand van kwaad zijn op elkaar ♢ zij leven in onvrede met elkaar 2. toestand waarin je meer verlangt dan wat er is ♢ uit onvrede met de...
J.H. van Dale (1898)
m. (w. g.) twist, oneenigheid: de vrede woonde in huis en de onvree stond er buiten; ongenoegen, misnoegen : zij at als iemand die zeer boos. en te ontvreden is; — (veroud.) te ontvreden zijn op iem., boos zijn op hem.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: