onmiddellijk - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
uitspraak: on-mid-del-lijk
1. waar niets tussen zit
♢ hij woont in de onmiddellijke omgeving van het vliegveld
1. zonder te wachten
♢ je moet onmiddellijk komen
Bijvoeglijk naamwoord: on-mid-del-lijk
de/het onmiddellijke ...
Synoniemen
direct
Bijwoord: on-mid-del-lijk
Synoniemen
acuut, dadelijk, direct, gelijk, meteen, ogenblikkelijk, onverwijld, terstond
Tegenstellingen
aanstonds, dadelijk, straks, terstond, zo
Gepubliceerd op 30-11-2017
onmiddellijk
betekenis & definitie