legitimeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: le-gi-ti-me-ren
1. een bewijs tonen waaruit blijkt dat je bent wie je zegt te zijn
♢ bij de ontvangst van het pakje moest ik me legitimeren
Regelmatig werkwoord: le-gi-ti-me-ren
ik legitimeer
jij/u legitimeert
hij/zij legitimeert
wij/zij/jullie legitimeren
ik/jij/u/hij/zij legitimeerde
wij/zij/jullie legitimeerden
hij heeft gelegitimeerd
legitimerend, legitimerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
legitimeren
betekenis & definitie