tonen - regelmatig werkwoord
uitspraak: to-nen
1. het laten zien
♢ hij toonde mij zijn nieuwe computer
1. dankbaarheid tonen
[laten zien dat je dankbaar bent]
Regelmatig werkwoord: to-nen
ik toon
jij/u toont
hij/zij toont
wij/zij/jullie tonen
ik/jij/u/hij/zij toonde
wij/zij/jullie toonden
hij heeft getoond
de/het/een getoonde ....
tonend, tonende
Synoniemen
overleggen
Tegenstellingen
verstoppen, wegstoppen
Gepubliceerd op 14-11-2017
tonen
betekenis & definitie