kamerheer - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ka-mer-heer
1. hoofd van huishouding en leider van het huispersoneel
♢ de kamerheer van heer Bommel heet Joost
Zelfstandig naamwoord: ka-mer-heer
de kamerheer
de kamerheren
Synoniemen
butler
Gepubliceerd op 14-11-2017
kamerheer
betekenis & definitie