inchecken - regelmatig werkwoord
uitspraak: in-tsjek-ken
1. je melden bij de balie van een luchthaven of een hotel
♢ nadat we op Schiphol waren ingecheckt, moesten we langs de paspoortcontrole
Regelmatig werkwoord: in-tsjek-ken
ik check in (... ik incheck)
jij/u checkt in (... jij incheckt)
hij/zij checkt in (... hij incheckt)
wij/zij/jullie checken in (... wij inchecken)
ik/jij/u/hij/zij checkte in (... ik incheckte)
wij/zij/jullie checkten in (... wij incheckten)
hij is ingecheckt
de/het/een ingecheckte ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
inchecken
betekenis & definitie