hulpwerkwoord - zelfstandig naamwoord
uitspraak: hulp-werk-woord
1. werkwoord dat samen met een infinitief of voltooid deelwoord gebruikt wordt
♢ hulpwerkwoorden kunnen zijn: hebben, zijn, worden
1. hulpwerkwoord van tijd
[hebben, zijn, zullen]
2. hulpwerkwoord van wijze
[mogen, kunnen, laten, moeten, zullen, willen]
3. hulpwerkwoord van de lijdende vorm
[worden en zijn]
Zelfstandig naamwoord: hulp-werk-woord
het hulpwerkwoord
de hulpwerkwoorden
het hulpwerkwoordje
Gepubliceerd op 14-11-2017
hulpwerkwoord
betekenis & definitie