samen - bijwoord
uitspraak: sa-men
1. bij of met elkaar
♢ we gaan samen naar de markt
1. het is samen 100 gulden
[totaal 100 gulden]
2. die twee hebben iets samen
[een liefdesverhouding]
3. samen uit samen thuis
[wat je samen begint moet je samen afmaken]
Bijwoord: sa-men
Synoniemen
bijeen, gezamenlijk, tezamen
Tegenstellingen
afzonderlijk, alleenstaand, apart
Gepubliceerd op 14-11-2017
samen
betekenis & definitie