greep - zelfstandig naamwoord
1. het vastpakken
♢ ik heb geen greep op het gladde zeil
1. in een ijzeren greep
[stevig omklemd]
2. in de greep van iets
[erdoor beheerst]
2. uitsteeksel waaraan je iets kunt vasthouden
♢ er zit een stevige greep aan deze lade
1. een greep doen uit de trommel
[er een willekeurige hoeveelheid uit pakken]
2. er geen greep op krijgen
[het niet goed kunnen begrijpen]
Zelfstandig naamwoord: greep
de greep
de grepen
het greepje
Synoniemen
grip, handvat
Gepubliceerd op 14-11-2017
greep
betekenis & definitie