feestgedruis - zelfstandig naamwoord
uitspraak: feest-ge-druis
1. rumoer dat bij een feest hoort
♢ we hoorden het feestgedruis van een feest dat in volle gang was
Zelfstandig naamwoord: feest-ge-druis
het feestgedruis
Gepubliceerd op 14-11-2017
feestgedruis
betekenis & definitie