Synoniemen zoeken
Synoniem van feest
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
feest
feest - vrolijk, uitbundig samenzijn, meestal gepland. Het heeft als synoniemen partij, festijn en, in formele stijl, party. Fuif is een ouderwets woord voor een informeel feest, niet openbaar toegankelijk, van studenten of scholieren. Bij een dansfeest (zie aldaar) ligt er veel nadruk op het dansen. Een groot openbaar feest heet festiviteit of (alleen meervoudsvorm) feestelijkheden. Luisterrijk en chic is een gala. Ter gelegenheid van het sluiten van een huwelijk viert men een bruiloft, bruiloftsfeest, trouwerij, trouwfeest, trouwpartij of huwelijksfeest. (Zie: trouwplechtigheid.) Een boerenbruiloft vindt plaats op het platteland, volgens de plaatselijke gebruiken. Bij een inhuldigingsfeest wordt iets of iemand ingehuldigd; bij het eerste officiële bezoek van een graaf, een vorst, enzovoort aan een stad vierde men in de zestiende eeuw een blijde incomste. De aanwezigen bij een drinkgelag drinken buitensporig veel; losbandigheid is het kenmerk van een orgie. Joden kennen in het voorjaar Purim, Poerim of het Purimfeest. In het oude Rome hield men ter ere van Saturnus de Saturnaliën. Is iemand jarig, dan geeft hij een verjaardagsfeest, verjaringsfeest of verjaarspartij. Een feest ter gelegenheid van een oogst heet een oogstfeest of, bij joden, wekenfeest of joods pinksteren. Het jubileum is een belangrijk feest in een familie, vereniging, partij, enzovoort; het gaat om een verblijdende gebeurtenis die een rond aantal jaren geleden heeft plaats gehad. Synoniem zijn hoogtijdag, herdenkingsfeest of, met een archaïsme, jubelfeest. Wanneer iets honderd jaar geleden is gebeurd, heet een jubileum eeuwfeest. Een vijfjarig bestaan of een vijfjarige periode van bestaan wordt herdacht bij een lustrum of lustrumfeest.
Zie: bijeenkomst.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
feest
feest - zelfstandig naamwoord
1. plechtige of vrolijke viering van iets
♢ Sinterklaas vind ik een gezellig feest
2. bijeenkomst van mensen die iets vieren
♢ Arie en Marie hebben een feest georganiseerd
1. een feestje bouwen
[een feest organiseren]
2. dat feest gaat niet door
[daar komt niets van in]
Zelfstandig naamwoord: feest
het feest
de feesten
het feestje
Synoniemen
fuif, partij, party