domkerk - zelfstandig naamwoord
uitspraak: dom-kerk
1. hoofdkerk van een bisdom
♢ hij werd tot priester gewijd in de domkerk
Zelfstandig naamwoord: dom-kerk
de domkerk
de domkerken
Synoniemen
dom, kathedraal
Gepubliceerd op 14-11-2017
domkerk
betekenis & definitie