complimenteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: com-pli-men-te-ren
1. iemand geluk toewensen
♢ wij complimenteerden hen met hun nieuwe huis
2. zeggen dat je ergens bewondering voor hebt
♢ ik complimenteerde Victor voor zijn inzet
Regelmatig werkwoord: com-pli-men-te-ren
ik complimenteer
jij/u complimenteert
hij/zij complimenteert
wij/zij/jullie complimenteren
ik/jij/u/hij/zij complimenteerde
wij/zij/jullie complimenteerden
hij heeft gecomplimenteerd
complimenterend, complimenterende
Synoniemen
feliciteren, gelukwensen, prijzen, roemen
Gepubliceerd op 14-11-2017
complimenteren
betekenis & definitie