aflossing - zelfstandig naamwoord
uitspraak: af-los-sing
1. het vervangen van iemand
♢ de aflossing van de voorzitter was een feit
2. het (terug)betalen van een schuld
♢ de aflossing bij deze hypotheek is 500 euro per maand
Zelfstandig naamwoord: af-los-sing
de aflossing
de aflossingen
Gepubliceerd op 14-11-2017
aflossing
betekenis & definitie