aaien - regelmatig werkwoord
uitspraak: aai-en
1. er zacht met je hand overheen strijken
♢ hij aaide de hond over zijn kop
Regelmatig werkwoord: aai-en
ik aai
jij/u aait
hij/zij aait
wij/zij/jullie aaien
ik/jij/u/hij/zij aaide
wij/zij/jullie aaiden
hij heeft geaaid
de/het/een geaaide ....
aaiend, aaiende
Synoniemen
strelen
Gepubliceerd op 14-11-2017
aaien
betekenis & definitie