(antarctica), gebied bestaande uit het continent Antarctica en de daaromheen liggende zee, de Zuidelijke Ijszee. Het vasteland heeft een oppervlakte van ca. 13 mln. km2 en ligt vrijwel geheel binnen de poolcirkel.
Het is voor ca. 95 % bedekt met een ijskap van 2000-2500 m dik. Om het vasteland ligt een 200 500 km brede gordel pakijs. De gemiddelde jaartemperatuur is -55 °C. Plantengroei is beperkt tot de kustgebieden, waar in de zomer mossen, korstmossen en enkele soorten gras groeien. Landdieren zijn beperkt tot enkele soorten insekten en mijten. Op de kusten broeden zeevogels (pinguïns, stormvogels en de grote jager).
In zee komen zes soorten zeehonden en zeeleeuwen voor, 14 soorten walvisachtigen, ca. 40 soorten vogels en ongeveer 100 soorten vissen en daarnaast vele ongewervelden, waaronder krill. Krill is een verzamelnaam voor enkele soorten 5-6 cm lange garnalen uit de familie Euphausiidae.Zij komen in grote aantallen tot ontwikkeling als gevolg van de bloei van het fytoplankton. De totale hoeveelheid krill bedraagt elk jaar ongeveer 190 mln. t en vormt gedurende de poolzomer het belangrijkste voedsel van baardwalvissen, enkele robben, pinguïns en andere vogels, vissen en pijlinktvissen. Krill wordt als een potentieel belangrijke eiwitbron beschouwd, maar is nog moeilijk te exploiteren voor menselijk gebruik. Eventuele exploitatie zou deugdelijk moeten worden gereguleerd.
In de bodem van vasteland en zee worden grote hoeveelheden kolen, olie en aardgas vermoed. Winning zal technisch zeer moeilijk zijn door het barre klimaat. Bovendien kan een ongeluk een grote milieuramp tot gevolg hebben wanneer het weer of de ijsgang tegenmaatregelen onmogelijk maken.
Sinds 1961 is een verdrag van kracht, het Antarctisch Verdrag, waarin 14 landen met territoriale, economische of wetenschappelijke belangen zitten, die het gebruik van het gebied regelen. Doel van het verdrag is het waarborgen van de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek, het vreedzaam gebruik van het gebied en de bescherming van het milieu. Dit verdrag loopt in 1991 af. Het geldt voor het gebied ten zuiden van de 60e breedtegraad.
De exploitatie van de levende natuurlijke rijkdommen is geregeld voor wat de walvissen betreft door de International Whaling Commission te Londen en wat de krill betreft door het ‘Krill-verdrag’, dat in 1980 is gesloten. Voorlopig gaat het er vooral om de exploitatie van krill in de hand te houden. Sinds 1978 bestaat een internationaal samenwerkingsverband van natuur- en milieubeschermingsorganisaties (ASOC, Antarctic and Southern Ocean Coalition) met als doel het beleid van landen ten aanzien van het zuidpoolgebied zodanig te beïnvloeden dat misbruik, vervuiling enz. wordt voorkomen.
Litt. C.Bond en R.Siegfried, Antarctica: het onbekende continent (1980).
(Afb. p. 530).