plotselinge, onverwachte gebeurtenis, waarbij een ernstige verslechtering van de kwaliteit van het milieu optreedt, gevolgd door grote schade aan mens, dier, plant en eigendommen. Het begrip milieuramp is subjectief: wat de een als een ramp ervaart, zal de ander van minder bêlang achten.
Sommigen rekenen grote natuurrampen als aardbevingen en vulkaanuitbarstingen tot milieurampen, maar dikwijls beperkt men het begrip milieuramp tot rampen waarbij menselijke activiteiten en milieuvreemde stoffen betrokken zijn.Voorbeelden van zulke milieurampen zijn: het in de Rijn vallen (1969) van een 50-litervat endosulfan (een insekticide), waardoor ca. 25 mln. vissen het leven lieten; de ontploffing in een chemische fabriek in Seveso (juli 1976), waarbij dioxine vrijkwam; de stranding van de supertanker Amoco Cadiz voor de Bretonse kust (1978), waarbij 200000 t ruwe olie in zee terechtkwam; het barsten van een opslagreservoir met giftig afval van zware metalen in Brazilië (mei 1982) waarbij o.m. de drinkwatervoorziening van 400000 mensen in gevaar kwam. → rampenplan.