dikte van de laag in de atmosfeer waarin als gevolg van de daar heersende turbulentie, volledige vermenging van de lucht plaatsvindt. Verspreiding van een stof die afkomstig is van een bron dicht bij de grond, b.v. een lage schoorsteen, blijft beperkt tot een laag ter dikte van de menghoogte, de menglaag.
In situaties waarin inversies optreden, wordt de menglaag scherp begrensd aan de bovenzijde, op de plaats van de inversie. Voor berekeningen van de concentraties van luchtverontreinigingen met behulp van een wiskundig model, wordt gebruik gemaakt van schattingen voor de menghoogte. Deze variëren met de stabiliteitsklasse van de atmosfeer. Voor klasse A neemt men een menghoogte van 1500 m (zeer instabiele atmosfeer), voor klasse F (zeer stabiele atmosfeer) een waarde van 200 m.