Een generaliserend en eenzijdig beeld van een categorie van mensen of een gemeenschap. Mensen zijn geneigd bepaalde eigenschappen toe te schrijven aan individuen die tot zo'n categorie of gemeenschap behoren. Stereotyperingen berusten grotendeels vooral op veronderstelde eigenschappen, niet op reële waarnemingen.
Het is onmogelijk niet in generaliserende termen te denken en te spreken, omdat ze een essentiële functie in onze communicatie hebben: ze maken het ons gemakkelijker met men sen te communiceren die niet tot onze eigen groep behoren, zonder eerst uitgebreid te achterhalen wat hun wereldbeeld en denkwijze is. Stereotyperingen verminderen m.a.w. communicatie onzekerheid en vormen een soort shortcut in onze communicatie.
Het nadeel daarvan is dat ze ook als selectiefilter werken: we onthouden sneller gunstige informatie over groepen waarover we positieve stereotyperingen hebben dan van groepen waarvan de stereotypering negatief is. Bovendien hebben we de neiging positieve zaken niet te zien van groepen die we negatief hebben gestereotypeerd. Een ander nadelige werking van stereotyperingen is dat zij self-fulfilling prophecies creëren: we zien eigenschappen die horen bij onze stereotypering eerder bewaarheid, en die onthouden we ook beter. Ze kun nen dus vooroordelen in stand houden, en ze vormen een belangrijk aspect m.b.t. de beeldvorming over groepen en culturen.
Stereotyperingen zijn nog steeds terug te vinden in moppen (Belgen Moppen), reclames en in de berichtgeving van media. Zo klaagden veel moslims de afgelopen jaren over de manier waarop 'de' islam stereotyperend werd beschreven en over het stereotiepe beeld dat diverse media van 'de' moslim schetsen als anti-westers en fundamentalistisch.